Echtpaar Cramer-Knypinga
Mijn verre voorouders (generatie 8): Mr. Hermannus Cramer (1725-1761), ontvanger van landsmiddelen van het gerecht Ootmarsum en Mettina Allegonda Knypinga (1725-1794)
Mijn voorouders Mr. Hermannus Cramer is 1725 geboren in Ootmarsum als zoon van Dr. mr. Bernardus Kremer / Cramer (1689-na 1728). en Maria Keller (ca 1687- . . . ). Hij studeerde rechten en bekleedde de functie van ontvanger van de landsmiddelen van het gerecht Ootmarsum, een soort rijksbelastingontvanger.
In 1749, toen hij 24 jaar oud was, trouwde hij in Oosterhesselen (bij Emmen) met Mettina Allegonda Knypinga (1725-1794). Ze is een dochter van Hindrik Knypinga (1685-1755) en Froucke Brongers (16981745)
Uit het huwelijk van Hermannus en Mettina werden de volgende kinderen geboren:
Hermannus overleed jong, op de leeftijd van 36 jaar, omstreeks 1761. Na het overlijden van haar man hertrouwde Mettina Cramer-Knypinga in 1767 met Hermannus van Beverforde (1715-1892) die ook weduwnaar geworden was. De hertrouwenden namen elk een zoon mee: Mettina had alleen nog de 13 jarige Hendrik (de andere kinderen waren in 1767 allemaal overleden), Hermannus had een zoon Anthony Voskind van Beverforde, die twee jaar jonger was dan Hendrik. De stiefbroers waren aanvankelijk vrienden maar werden uiteindelijk aartsvijanden. Dit leidde tot allerlei familietwisten rondom de verdeling van een erfenis. Knypinga woonde in het Drostenhuis, terwijl Van Beverforde samen met zijn knecht in het huis van zijn moeder, het Hofmeiershuis, aan de Grotestraat domicilie had. Van Beverforde schonk in 1809 een deel van de bij zijn huis gelegen tuin aan de gereformeerde gemeente voor de bouw van de nieuwe (later hervormd genoemde) kerk. Het huis en zijn bezit vermaakte hij in 1830 aan het echtpaar Engels-Dröghoorn, onder voorwaarde dat hij tot aan zijn dood door hen verzorgd zou worden. 3 jaar later overleed Antony Vosding van Beverforde. Hij werd begraven op de hervormde begraafplaats. Daar is zijn grafsteen nog te zien.
In 1749, toen hij 24 jaar oud was, trouwde hij in Oosterhesselen (bij Emmen) met Mettina Allegonda Knypinga (1725-1794). Ze is een dochter van Hindrik Knypinga (1685-1755) en Froucke Brongers (16981745)
Uit het huwelijk van Hermannus en Mettina werden de volgende kinderen geboren:
- Fronika Cramer (ca 1752-voor 1793)
- Maria Cramer (ca 1750-voor 1793)
- Bernardus Cramer (~1756-voor 1793)
- Dr. mr. Hendrik Knypinga Cramer (1754-1815), mijn voorouder
- Willem Cramer (ca 1758-voor 1793)
Hermannus overleed jong, op de leeftijd van 36 jaar, omstreeks 1761. Na het overlijden van haar man hertrouwde Mettina Cramer-Knypinga in 1767 met Hermannus van Beverforde (1715-1892) die ook weduwnaar geworden was. De hertrouwenden namen elk een zoon mee: Mettina had alleen nog de 13 jarige Hendrik (de andere kinderen waren in 1767 allemaal overleden), Hermannus had een zoon Anthony Voskind van Beverforde, die twee jaar jonger was dan Hendrik. De stiefbroers waren aanvankelijk vrienden maar werden uiteindelijk aartsvijanden. Dit leidde tot allerlei familietwisten rondom de verdeling van een erfenis. Knypinga woonde in het Drostenhuis, terwijl Van Beverforde samen met zijn knecht in het huis van zijn moeder, het Hofmeiershuis, aan de Grotestraat domicilie had. Van Beverforde schonk in 1809 een deel van de bij zijn huis gelegen tuin aan de gereformeerde gemeente voor de bouw van de nieuwe (later hervormd genoemde) kerk. Het huis en zijn bezit vermaakte hij in 1830 aan het echtpaar Engels-Dröghoorn, onder voorwaarde dat hij tot aan zijn dood door hen verzorgd zou worden. 3 jaar later overleed Antony Vosding van Beverforde. Hij werd begraven op de hervormde begraafplaats. Daar is zijn grafsteen nog te zien.