Bar Mitzwa met gebedenboek Erwin Levy

Zoals beschreven in de biografie van Erwin Levy (1896-1943) heeft hij vlak voor hij werd gedeporteerd, zijn gebedenboek in bewaring gegeven aan een bekende. Dit boek is recentelijk opgedoken nadat het boek van Frits van Hoorne over dit gezin gepubliceerd is. Voor de familiereünie in Tel Aviv van gisteravond is het boek even in bewaring gegeven aan Shai Sapir. Vandaag is het boek (uit 1825) gebruikt voor een Bar Mitzwa dienst in een synagoge in Hod HaSharon (bij Tel Aviv). Ik ben daar samen met Shai naartoe gegaan.
IMG_0087IMG_0197

Bezoek Israel 2011

In November 2011 ben ik een paar dagen naar Israel geweest, op uitnodiging van een aantal familieleden. Op het vliegveld werd ik opgehaald door Yoav, die ik al eerder in Eygelshoven had ontmoet bij de aanbieding van het gebedenboek van Erwin Levy aan de familie in Israel. ‚s avonds Zijn we in Tel Aviv uit eten geweest, nadat we het graf van Yitzhak Rabin hadden bezocht, die vlak in de buurt in 1995 was vermoord. Werd het gezelschap uitgebreid met de Rotem, de verloofde van Yoav en Shai Sapir, die mij ooit gevonden heeft via mijn website en waarmee ik veel informatie heb uitgewisseld. Wat een geweldige stad is Tel Aviv!
De volgende dag heb ik met Yoav, zijn vader en Shai een reis gemaakt langs een aantal oude plaatsen, die ik mijn hele leven al in het echt heb willen zien: Massada, Dode zee, Qumran. In de loop van de avond gegeten in Ubu Gosh, een Arabisch dorp in Israel.
De dag erna sloot de vader van Yoav zich aan, en zijn we naar Jeruzalem en Yad Vashem (Holocaust museum) geweest. Indrukwekkend! ‚s avonds was er een Sjabat familiebijeenkomst. De tradities werden in de familie in ere gehouden, maar ik heb niemand kunnen ontdekken, die nog oprecht gelovig was. Er waren zo’n 20 familieleden aanwezig, waarvan een heel aantal mijn
oma Hugenholtz-Lehmkuhl nog gekend heeft. Bijzonder!
De dag erna doorgebracht bij Shai en zijn familie. ‚s avonds kwam er een enorme hoeveelheid familie, waarvan de ouderen zich mijn oma nog goed gekend hebben. Shai had een lopende diapresentatie met foto’s verzorgd.
‚s avonds laat werd ik weer naar mijn hotel gebracht, maar was eigenlijk nog te fit om te gaan slapen, dus ben ik naar Haifa gewandeld, dat op 20 minuten afstand lag. Wat een geweldig stad is Tel Aviv. Geen spoortje onveiligheid te merken. Heel anders dan ik verwacht had. In Jaffa op een terras wat zitten internetten, kleine hapjes gegeten en wijn gedronken. Laat vertrokken. De volgende ochtend nog even op het strand gezeten, wederom even naar Jaffa geweest, omdat ik deze mooie stad ook bij daglicht wilde zien. En in de loop van de middag kwam Yoav mij ophalen om mijn vlucht met El-Al naar Amsterdam te halen. Wat een geweldig land! Ik kom hier zeker nog een keer terug.




IMG_0089P1000955P1000985P1010034P1010097

Bremen met Michael Lehmkuhl

Deze week ben ik twee dagen met een naamgenoot van mijn oma: Michael Lehmkuhl uit Wisconsin naar Bremen geweest. Zijn voorouders zijn rond 1850 vanuit Noord-Duitsland naar de VS verhuisd. We hebben eigenlijk nooit een gezamenlijke voorouder kunnen vinden. Het mooie aan stamboom-onderzoek is niet een hele dag in een suf archief zitten, maar vooral de zaken er omheen: meer inzicht in hoe men vroeger leefde, ontmoeten van leuke mensen, bijzondere plaatsen bezoeken waar familie vroeger gewoond heeft, etcetera.
In dit geval vertrokken we ‚s morgens om 7 uur vanuit Nederland; 3 uur later waren we in het archief in Bremen. Hier aantal zaken uitgezocht, maar ook waardevolle contacten gelegd. daarna bij oude kennis op bezoek geweest: Reinhard en Marianne Groscurth: ik had ze enkele jaren bij toeval ontmoet. Zijn grootouders hebben mijn grootouders getrouwd. Daarna de binnenstad van Bremen verkend. De oude „Bremer Ratskeller”, die al bestond in de middeleeuwen. Hier moeten veel familieleden ons zijn voorgegaan. Daarna tapas gegeten en de rest zal ik jullie besparen. De volgende dag afgereisd naar Bremerhafen, waar we het „Auswanderer Museum bezocht hebben. Hier ook de voorouders van Michael teruggevonden. En ’s avonds waren we heel laat weer in Nederland. Wat een geweldige hobby. Happy

Wisconsin.
IMG_0453IMG_0473IMG_0458IMG_0487IMG_0479

Het lot van twee zusjes in de nazi-tijd

Enige tijd geleden ben ik via via in contact gekomen met Dr. Werner Meiners, die zeer veel af weet van de geschiedenis van de Joden in Noord-Duitsland. Hij bleek zelfs informatie over mijn voorouders in zijn archief te hebben. Al jaren propageer ik dat mijn leven te kort zal zijn om alles zelf op papier te zetten, en dus deel ik alle informatie met iedereen die daar behoefte aan heeft. Zo ook met Dr. Meiners. Hij was zeer geïnteresseerd in de informatie die ik had en in de foto’s van mijn familie. Over het lot van mijn overgrootmoeder Gretchen Lehmkuhl-Leeuwarden en haar zus Mathilde heeft hij een volledige pagina geschreven een locale krant.
De publicatie is verschenen in het „Delmenhorster Kreissblatt” van 9 juli 2011. Titel: Das Schicksal zweier Schwestern in der NS-Zeit: Amtliche Papiere als Rettungsanker.
pdf_download

CAJ Geesink over wereldtentoonstelling in Weenen 1873

In een antiquariaat kwam ik het volgende boek tegen:
Galerij van Nederlandsche kunst-nijverheid op de wereldtentoonstelling te Weenen in 1873
Auteur C.A.J. Geesink
Corporatief auteur Wereldtentoonstelling (1873 ; Wenen)
Plaats van uitgave Amsterdam
Uitgever: Boekdrukkersvereeniging
Jaar van uitgave: 1873
Pagina's 200 p. Formaat 31 cm Materiaalboek

Schitterend boek met veel plaatjes, waaronder enkel mooie kopergravures. In het boek zijn de laatste technologische hoogstandjes vermeld. Het boek is geschreven door mijn betovergrootvader CAJ Geesink (1828-1883), die gek was op techniek en als hobby een boekdrukkerij had, waar dit boek is uitgegeven.

Overhandiging gebedsboek aan familie in Israel

Toen het boek van Frits van Hoorne enkele maanden geleden uitkwam, had ik de stille hoop naar Frits uitgesproken, dat er hopelijk „iets” van Erwin Levy boven water zou komen. Op 1 mei vorig jaar kreeg ik bericht dat het gebedsboek van Erwin Levy was opgedoken. Het was in 1943, vlak voor zijn deportatie, door Erwin Levy overhandigd aan een bewoner van Eygelshoven, die het daarna weer had doorgegeven aan dhr. Gerard Zijlstra uit Eygelshoven. Na de oorlog is tevergeefs gezocht naar familieleden.

Vandaag werd in Eygelshoven gebedsboek overhandigd aan Yoav Orion, nazaat van Richard Levy (oudere broer van Erwin Levy). Samen met zijn vader Moti Orion werden ze ontvangen. Na een korte toespraak van Frits van Hoorne werd het gebedsboek overhandigd door dhr Henk Zijlstra, die zijn wegens ziekte afwezige vader verving.

Ik was naar Eygelshoven afgereisd met mijn tante Margreth Steenbeek Hugenholtz (geb. 1934) en mijn nicht Rosita Steenbeek. Na afloop zijn we afgereisd naar het nabij gelegen Aken (D), waar we „schweine-schnitzel”, hebben gegeten (kosher deden ze niet aan). Veel verhalen uitgewisseld. Daarna hebben we ze afgezet op het station en zijn wij huiswaarts gegaan. Geweldige dag gehad!
IMG_1601IMG_1590IMG_0194IMG_1577

Gevonden vanuit Israel!

Ik heb jaren geprobeerd de nakomelingen van de familie van mijn oma terug te vinden in Israel. Toen ik klein was kwamen deze af en toe op bezoek. Mijn oma is in 1970 op uitnodiging van haar neef Richard Levy nog in Israel geweest. Maar zie maar eens familie in Israel terug te vinden met de naam Levy. Ik had enkele jaren geleden uitgebreide informatie met foto’s op het internet gezet, omdat ze mij dan wellicht zouden vinden. Dat is vandaag gebeurt! Ik kreeg een hele enthousiaste mail van een achterneef Shai Sapir. Hij was al jaren op zoek naar zijn roots, en was nu op mijn website gestuit. Na een lang telefoongesprek bleek dat onze informatie heel erg complementair was. Voor ons allebei een enorme bron van informatie. Hij had inmiddels een heel groot deel van de familie aan geni.com toegevoegd. Samen hebben we mijn gegevens toegevoegd.

Familie Cramer in “Canon van Ootmarsum”

bcramer ootmarsum
Vandaag is de „Canon van Ootmarsum” verschenen. Hierin komen een paar keer voorouders van mij voor.  Bijvoorbeeld Hendrik Knijpinga Cramer (1754-1815); de laatste Drost van Twente. Wat betreft de verwantschap: Zijn kleindochter Euphemia Cramer (1829-1905) was mijn betovergrootmoeder. Zij was getrouwd met mijn betovergrootvader Gerhard W.K. Hugenholtz (1826-1893).
Ook komt Bernardus Cramer (1689-na 1728) voor in de Canon. Hij was de grootvader van voorgenoemde Hendrik Knijpinga Cramer (1754-1815).
Hieronder volgen enkele citaten uit de Canon van Ootmarsum:
Papiermolen op het Springendal 1724: Familie Cramer en het scheppen van papier
Vóór de komst van de textiel bloeide rond Ootmarsum een andere vorm van nijverheid. In de watermolens van de familie Cramer op het Springendal werd namelijk papier geproduceerd. Aangedreven door waterkracht stampten de hamers van de molens oude lompen tot vezels. Deze vezels vormden een brij die in zeeframen werd uitgeschept, geperst en gedroogd tot kwaliteitspapier. De Mosbeek en de Springendalsebeek zorgden voor aandrijving van de molens; hun heldere water was onmisbaar voor het productieproces van het papier.
Vijf molens in bedrijf
Zoals water en papier bij elkaar horen, zo horen ook papier en Cramer bij elkaar. De naam Cramer komt van Kremer en staat al vermeld in het oude burgerboek van Ootmarsum. Dr. Bernardus Kremer, de stichter van de papierfabriek, stamde af van deze oude familie. In 1711 stichtte hij in Mander de eerste papiermolen die door waterkracht werd aangedreven. Het water dat deze molen deed draaien, dreef nog twee andere door Cramer gekochte molens aan. Toen hij in 1715 in het huwelijk trad, veranderde B. Kremer zijn naam in B. Cramer en deze naam bleef verbonden aan de papierfabriek: B. Cramer Ootmarsum; Fabriekant van Machinale Pak-, Bord- en andere Papieren. In 1724 kocht B. Cramer landgoed het Springendal van de graaf Van Heiden Hompesch. De molen die daar stond werd onder eigen beheer in gebruik genomen. Een korenmolen die ook op het Springendal stond werd eveneens verbouwd tot papiermolen. In 1780 had de familie Cramer maar liefst vijf molens in bedrijf. Deze produceerden per dag 400 kg papier. Voor papier maken was veel water nodig. Al dit water werd onttrokken aan de Springendalsebeek en de Mosbeek. Dit tot groot ongenoegen van de boeren in de omgeving, die het water net zo hard nodig hadden voor hun bedrijfsvoering, bijvoorbeeld om hun weiden te bevloeien. Dit leidde natuurlijk tot veel onderlinge spanningen. In 1792 werden tenslotte de rechten in een contract vastgelegd.
Drostenhuis
Het Drostenhuis 1964
Restauratie en afbraak markante panden
Tijdens de vele rondleidingen in Ootmarsum verzuimt geen stadsgids halt te houden bij het statige herenhuis op de hoek van de Walstraat. Ontegenzeggelijk straalt de voornaamheid er vanaf. Hier in het Drostenhuis, vernoemd naar het ambt van de vroegere bewoner, zetelde rond het einde van de 18de eeuw de laatste drost van Twente, H. Knijpinga Cramer. Het had niet veel gescheeld of het in verval geraakte huis was in het begin van de jaren zestig aan de slopershamer ten prooi gevallen. Het zou daarmee hetzelfde lot hebben ondergaan als zoveel oude panden in Twente en Ootmarsum.
Geleidelijk kwam er een omslag in het denken over de sloop van historische panden. De mogelijkheid ontstond om oude panden tot monument te verklaren, waarbij het Rijk en de gemeente geld voor restauratie beschikbaar stelden. Een andere factor hierbij was dat de toerist Ootmarsum inmiddels ontdekt had. Het bleek wat waard om de sfeer van een oud stadje te bewaren. De redding van het Drostenhuis kwam doordat het echtpaar Mulder-Van Eerde in 1964 het initiatief nam tot de restauratie. De oorspronkelijke stadsboerderij was door de familie Cramer in de 18de eeuw al ingrijpend verbouwd, maar daarna in verval geraakt. Na de restauratie en interne verbouwing kreeg het bouwwerk de oorspronkelijke uitstraling van herenhuis terug.
Bron: Canon van Ootmarsum, 2011

Vervalsing Joodse afkomst van mijn overgrootmoeder Gretchen Lehmkuhl-Leeuwarden

Vorig jaar ben ik in -via een contact in Delmenhorst- in contact gekomen met Dr. Werner Meiners. Hij zou heel veel afweten van de geschiedenis van de Joden in Nedersaksen (Noord-Duitsland). Hij bleek zelfs onderzoek te hebben gedaan naar mijn voorouders. Hij bleek ook het gezin van mijn overgrootmoeder te kennen en stuurde veel materiaal op. Hij was vooral ook geïnteresseerd, omdat mijn overgrootmoeder en haar broer en zussen op zo’n verschillende manier beïnvloed zijn door het antisemitisme.
  1. Nathan Levi (1866-1931), overleed al ruim voor de oorlog.
  2. Röschen (1870-1935); ze trouwde met Moritz Levy. Ze hadden een hotel op het eiland Wangerooge. Ze zijn begin jaren ’30 geëmigreerd naar Israel met vijf van hun zes zoons. Hun zoon Erwin ging met zijn gezin naar Nederland en zou met zijn gezin vermoord worden in Sobibor.
  3. Lenchen (1872 - ); wist op tijd te ontkomen naar de VS, waar haar zoon Theo Goldschmidt al woonde.
  4. Clara (1874-ca.1935); is al in 1903 geëmigreerd naar New York.
  5. Willy Leeuwarden (1876-ca.1952); overleefde als oorlogsheld de loopgraven van de eerste wereldoorlog, overleefde Theresienstadt, en stierf in de DDR.
  6. Mijn overgrootmoeder Gretchen (1877-1952); wist haar joodse identiteit te vervalsen en overleefde daardoor de oorlog.
  7. Mathilde (1881-1942); ze trouwde met Nathan Heger. Zij zijn in de oorlog gedeporteerd naar het ghetto van Minsk (Wit-Rusland), en aldaar rond 1942 vermoord.
  8. Henny (ca 1883-1942); Zij is omgekomen bij het bombardement van Keulen.

In een uitgave van het „Oldenburgische Gesellschaft für Familienkunde e.V”.: Jaargang 52, 2010) is een hoofdstuk (pagina 114-125) opgenomen waarin beschreven is hoe mijn familie de gegevens van mijn overgrootmoeder (tegen een forse betaling) hebben weten te vervalsen.

De PDF is met dank aan en met toestemming van Dr. Werner Meiners op mijn homepage gepubliceerd worden.
Meiners – Familienforschung in Zeiten von „Abstammungsnachweis“ und „Judenkartei“